De Icesave bank maakte in mei 2008 zijn entree in Nederland. Met een spaarrente van 5% werden veel Nederlanders over de streep getrokken om een spaarrekening te openen.
Snelle opkomst en neergang
In totaal ging het om bijna 140.000 Nederlanders die besloten te gaan sparen bij Icesave. In totaal werd er een bedrag van 1,6 miljard euro aan spaargeld ondergebracht bij de IJslandse bank. Er was geen sprake van Icesave Nederland. Het geld werd daadwerkelijk ondergebracht bij de bank in IJsland.
Het ging echter al razendsnel mis. In oktober 2008 kon de bank, inclusief de moederbank Landsbanki, niet langer aan zijn verplichtingen voldoen. Uiteindelijk werd in december 2008 het faillissement uitgesproken.
Er was uiteraard sprake van grote paniek onder de spaarders. Zij waren bang dat zij hun geld nooit meer terug zouden zien.
Ook Nederlandse gemeenten hadden spaarrekeningen bij Icesave
Het waren overigens niet alleen burgers die de dupe werden van het faillissement. Door de hoge rente waren er ook Nederlandse gemeenten die hun overtollige geld daar hadden ondergebracht. Sommige gemeenten hebben erg lang moeten wachten op hun geld. De laatste 25 miljoen euro is pas in 2014, dus zes jaar later, terugbetaald.
De enorme financiële impact voor IJsland
Nadat de Icesave bank niet langer aan zijn verplichtingen kon voldoen, begon het touwtrekken. In principe was IJsland verantwoordelijk voor het schadeloos stellen van de spaarders.
Dit in ieder geval tot een bedrag van 100.000 euro.

Gezien het enorme bedrag wat er diende te worden vergoed aan spaarders, alleen aan inwoners van Nederland en Groot Brittannië al meer dan 6 miljard euro, leverde dit problemen op. De overheid was niet in staat om snel over te gaan tot schadeloosstelling.
Dit werd nog problematischer doordat de koers van IJslandse kroon een sterke daling vertoonde. IJsland stond namelijk als land op punt van een faillissement.
Nederlandse overheid schiet geld voor
De toenmalige minister van financiën, Wouter Bos, besloot al snel om namens de Nederlandse staat een bedrag van 1,3 miljard euro voor te schieten. Op die manier konden spaarders alsnog redelijk snel weer over hun geld beschikken.
Uiteraard was het hier wel zo dat het geld uiteindelijk door IJsland diende te worden terugbetaald. Het was tenslotte niet de Nederlandse overheid die verantwoordelijk was voor het schadeloosstellen van de spaarders.
Protesten in IJsland
Het schadeloos stellen van de spaarders was voor een klein land als IJsland echter niet eenvoudig. Er was simpelweg niet genoeg geld aanwezig in het garantiefonds.
Dit werd mede veroorzaakt door de hoge rente die werd aangeboden, waardoor de spaartegoeden in een rap tempo waren gegroeid.

Het vergoeden van de spaarsaldo leidde tot veel protesten en ophef in IJsland. Uiteindelijk waren het de burgers die dupe werden van het roekeloze beleid van Icesave. Daarnaast waren mensen ook kwaad op de overheid omdat zij het hadden laten gebeuren.
Op zich is dat wel begrijpelijk. Aan de andere kant is het nu eenmaal de wetgeving, dat een land verplicht is om spaarders schadeloos te stellen, in het geval van een faillissement.
Uiteindelijk zijn het dan de burgers van IJsland die het slachtoffer zijn geworden van het roekeloze beleid van de bank en het slechte toezicht van de overheid.
De DNB was machteloos
In 2007 had de Nederlandsche bank (DNB) al zo zijn bedenkingen bij de Landsbanki en de dochteronderneming Icesave. De rente die werd geboden was simpelweg te hoog en kon niet worden gerechtvaardigd uit oogpunt van de op dat moment geldende marktrente.
Volgens de DNB zou dit vroeger of later tot problemen leiden. Er was echter niet veel wat de DNB hier kon ondernemen. Het enige wat zij konden doen, was het waarschuwen van mensen. Uiteindelijk hielp dit niet veel en besloten toch veel Nederlanders om te kiezen voor de hoge rente.
Wat hebben we hiervan geleerd?
Het drama rond deze IJslandse bank en de financiële crisis in het algemeen, heeft ertoe geleid dat er sindsdien veel meer sprake is van toezicht.
De centrale bank van een land beseft nu veel beter wat de gevolgen kunnen zijn van een faillissement. En ook dat het niet onmogelijk is dat een bank failliet gaat.

Zo zijn er sindsdien strikte regels omtrent het vermogen waarover een bank dient te beschikken. Op die manier kunnen zij niet langer onbeperkt leningen verstrekken en kapitaal aantrekken. Er dient sprake te zijn van een minimaal eigen vermogen, ten opzichte van het balanstotaal.
Sparen Nederlanders inmiddels weer in het buitenland?
De klap van het faillissement van de Icesave bank heeft lang effect gehad. Nederlandse spaarders zijn lange tijd erg huiverig geweest om een spaarrekening bij een buitenlandse bank te openen.
De opkomst van banken zoals de Bigbank, J&T Banka, Nordax en het platform van Raisin laten echter zien dat Nederlanders weer meer vertrouwen hebben in het sparen bij een buitenlandse bank. Dit wordt niet alleen ingegeven door het herstelde vertrouwen, maar ook door de hogere rente. Wel is het zo dat de rente hoger is, maar niet extreem veel hoger zoals dat bij Icesave het geval was.
Nederlanders zijn het zat dat zij geen rente meer ontvangen over hun spaargeld en gaan daardoor steeds meer op zoek naar een alternatief. Doordat je bij de Bigbank nog 1,2 procent rente kunt ontvangen, wanneer je een termijndeposito van 5 jaar afsluit, worden Nederlanders alsnog over de streep getrokken.
√ Maximale rente van 1,2%
√ Spaargeld gegarandeerd tot 100.000€
√ Extra rendement door de welkomstbonus
√ Profiteer van een hoge rente
√ Depositogarantiestelsel van toepassing
√ Minimale inleg 1.000€
√ Depositogarantiestelsel van toepassing
√ De eerste 6 maanden een extra hoge rente
√ Ook een gratis betaalrekening
Sparen zonder depositogarantiestelsel
Indien je een spaarrekening of een termijndeposito opent, waarbij het depositogarantiestelsel niet van toepassing is, dan is de bank waar je spaart, niet in het bezit van een bankvergunning. Het is dan niet gezegd dat er in zijn geheel geen sprake is van toezicht en controle, maar deze controle is wel minder strikt dan dat er wel een bankvergunning is afgegeven.
Door het afgeven van een bankvergunning neemt een land een risico. Zij stellen zich daarmee verantwoordelijk voor de gevolgen van een faillissement.
Het moge duidelijk zijn dat zij hier dan ook terughoudend mee zijn. En na het afgeven van de bankvergunning zal er sprake zijn van streng toezicht. Het laatste wat een overheid wil, is dat zij geld terug dienen te gaan betalen aan rekeninghouders.